Financiën
Wat mag het kosten?
Baten, lasten en mutaties reserves
Rekening 2018 | Vastgestelde Begroting 2019 | Gewijzigde Begroting 2019 | Rekening 2019 | |
Lasten | 4.035 | 2.757 | 2.986 | 3.484 |
Baten | 821 | 725 | 805 | 789 |
Saldo | 3.214 | 2.032 | 2.182 | 2.695 |
Stortingen in de reserves | ||||
Bijdragen uit de reserves | 786 | |||
Saldo na bestemming | 2.428 | 2.032 | 2.182 | 2.695 |
Welke verschillen zijn er ten opzichte van de gewijzigde begroting 2019 ?
In het resultaatgebied 1.1 Bestuur zijn de lasten € 498.000 hoger. Exclusief loonkosten zijn de lasten € 462.000 hoger.
De loonkosten zijn € 36.000 hoger. Een toelichting hierop is opgenomen in de paragraaf bedrijfsvoering.
De belangrijkste verschillen:
- Als gevolg van de herberekening van de voorziening uitkeringsverplichtingen gewezen burgemeester en wethouders, vindt een extra storting plaats. Deze stijging van de bruto ouderdomspensioenen wordt voornamelijk veroorzaakt door aanpassing van de sterftetabellen en een forse verlaging van de rekenrente naar 0,290%. (€ 615.000 nadelig).
- De werkelijke uitkeringslasten aan gewezen burgemeester en wethouders is € 96.000 lager dan geraamd (€ 96.000 voordelig)
In het resultaatgebied 1.1 Bestuur zijn er geen noemenswaardige verschillen in de baten.